De speler die na de deler aan de beurt is mag zijn drie kaarten omwisselen met de pot.
Variant 2:
In de andere variant worden de drie kaarten in het midden gesloten neergelegd. De eerste speler mag er voor kiezen om deze gesloten kaarten te wisselen voor zijn eigen drie kaarten. Hierna worden de middelste kaarten open gelegd.
Iedere beurt mag een speler een kaart met de gesloten pot omwisselen of een open kaart wisselen om zo een hogere waarde te krijgen. Denk je dat je de hoogste waarde hebt? (Zie puntentelling) dan zeg je pas. Alle andere spelers mogen dan nog één keer spelen. Heb je precies 31 punten, dan zeg je verbied. Heeft een speler drie azen, dan stopt het spel direct. Alle spelers leggen hun kaarten dan open neer en worden vergeleken, de speler met de drie azen (33 punten) wint dan.
Ligt er 7, 8, 9 open in de pot? Dan heb je een zogenoemde vuile was, en komen er drie nieuwe kaarten in het midden.
Helaas zijn advertenties nodig om de site online te houden. Jouw advertentie hier? Neem contact op via: contact@kaartspeluitleg.nl.
Kaart | Punten |
---|---|
Aas | 11 |
Plaatje | 10 |
7,8,9 en 10 | Getal op kaart |
3 dezelfde | 30,5 |
Rijtje (bijv: 8,9,10) | 31 |
Bij dit spel is het het handigst dat er wordt gekozen om een vast aantal potjes te spelen. Degene die het meest heeft gewonnen is de winnaar.
Bron: Wikipedia