Als iemand niet kan of wil leggen mag deze speler passen. Dit geldt tot het einde van de slag. Wanneer iedereen gepast heeft is de slag over, en de speler die de laatste kaart heeft opgelegd mag de volgende slag beginnen. De eerste speler die al zijn kaarten uitgespeeld heeft is de winnaar van een ronde, en is de president. De laatste speler is Strong/Kuisvrouw en moet de volgende ronde delen.
De volgorde waarin iedereen aan de beurt is is belangrijk. De laagste rol begint, en de hoogste is als laatst aan de beurt.
Aan het begin van elke ronde moet de stront/kuisvrouw zijn twee beste kaarten aan de president geven, de president mag zelf kiezen welke kaarten hij teruggeeft. Maar, de wissel moet gelijktijdig gebeuren. De Vice President en de slaaf/concierge wisselen één kaart. Als iedereen er klaar voor is begint de volgende ronde, en mag de strong/kuisvrouw beginnen.
De waarde van de kaarten, van laag naar hoog is: 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, boer, vrouw, heer, aas. De twee mag je enkel met een, of meerderre andere kaarten opleggen. Deze twee neemt dan de waarde van de andere kaart aan. De hoogste kaart is de joker, deze kaart slaat alles (Ook meerdere azen). In sommige varianten speelt de joker niet mee, en is de drie de hoogste kaart.
Je kan een vast aantal rondes spelen, of ervoor kiezen tot een puntenaantal te gaan.
Bron: WikiBooks